Kunstenaar Kazimir Malevich gebruikte in 1914 de rode pollepel als symbool om dat wat op de bodem was gezonken om te woelen en naar boven te halen. Het ging over onderdrukte gevoelens, frustraties, maatschappelijke onvrede en onvrijheid.
Niet met een pollepel maar met kunst en filosofie haalt Sarai naar boven wat er (binnen een organisatie) echt speelt en leeft. Ze zag dat mensen vaak sporen volgen zonder de ruimte te hebben om zelf na te denken. De onderstroom blijft daardoor vaak onzichtbaar. Als mensen anders gaan nadenken gaan ze hun eigen spoor beter herkennen en komen ze sneller uit hun groef. (Filosofische) vragen over kunst kunnen denkprocessen in beweging brengen waardoor andere bewegingen ontstaan.
In haar boek ‘Ontsporen’ zijn kunst en filosofie de inspiratie om anders te kijken naar het dagelijks leven en naar organisaties.